Oud-international Fabian van Olphen (38) spreekt in het nieuwste magazine van Handbal Inside, dat eind deze week uitkomt, over zijn toekomst buiten de lijnen. De dekkingsspecialist van weleer wordt spelersmakelaar.
“Als aanvoerder heb ik jaren geluisterd naar spelers in de ploeg. Als ze met problemen zaten heb ik dat samen met hen proberen om te zetten. Soms hoorde daar gesprekken voeren met de coach of chef bij. Ik heb me altijd voor het team ingezet en ben erachter gekomen dat ik daar heel veel genoegdoening uit haal. Dat is de reden dat ik deze carrièreswitch erg zie zitten”, is Van Olphen enthousiast. “Talenten moeten bewust zijn van de keuzes die ze maken.”
“Wanneer ben je klaar om naar, bijvoorbeeld, Duitsland te gaan? Ik heb dat zelf mogen ondervinden. Het mentale aspect is daarbij erg belangrijk. Kun je, je familie en vrienden achterlaten? Als je daar veel moeite mee hebt is het wellicht verstandiger een jaartje te wachten. Je kunt je dan beter voorbereiden op zo’n grote stap, want dat is het. Het is meer dan alleen spelen voor een grotere club, voor meer geld, met betere faciliteiten. Word je gelukkiger van een paar duizend euro extra op de bank? Ik geloof erin dat je dat op langere termijn wel weet in te halen”, legt Van Olphen uit.
‘Tulpe’, zoals de bijnaam van de oud-international in Duitsland luidde, heeft zelf goede ervaringen met zijn eigen spelersmakelaar. Maar Van Olphen weet dat er soms een luchtje zit aan de diensten van het beroep. “Hoe groter de club is waar spelersmakelaar een goede speler naartoe brengen, des te meer ze zelf verdienen. Ook daar heb je op langere termijn niets aan. Soms moet je een stap achteruit zetten om er drie naar voren te maken. Dat heb ik zelf mogen ondervinden. Daarbij komt dat je alleen stappen kunt maken wanneer je speelt. Vooraf moet de speler zich afvragen: past deze club bij mij? Wat is hun geschiedenis als het gaat om inbrengen van talenten?”
Eerlijkheid duurt het langst, zegt Van Olphen. Hij werd binnen de lijnen vaak gevreesd, maar eenmaal in de kleedkamer of op de training stond hij voor zijn teamgenoten klaar. “Dat voelt het best in je hart. Ik hoop op die manier te kunnen gaan werken.”
Foto: Tina Kolthof
