In de lente maakte het grote publiek voor het eerst kennis met Bo van Wetering (20). Door een blessure van Martine Smeets begon de brunette tegen Rusland in de basis. In Japan lonkt voor de hoekspeelster haar debuut op een groot eindtoernooi.
Van Wetering liet de afgelopen interlands met Oranje een uitstekende indruk achter. “Als hoekspeelster moet je geduldig zijn en je kansen afmaken. Dat heb ik in die week kunnen doen. Ik weet niet of ik koel ben voor het doel. De afronding verloopt tijdens de wedstrijden zoals het hoort. Als ik het publiek dan hoor juichen geeft dat een goed gevoel.”
“Of ik mezelf verras? Eigenlijk wel een beetje”, biecht Van Wetering op. “Toen ik een aantal jaar geleden bij de HandbalAcademie aansloot had ik niet kunnen raden dat het zo zou lopen. Bij zowel Oranje als TuS Metzingen gaat het boven verwachting goed. Ik had in Duitsland verwacht meer op de bank te zitten. Mijn concurrente is heel goed, maar tijdens de competitiestart niet fit. Op de training leer ik veel van haar. Als ik in het veld sta probeer ik de trainer te overtuigen.”
“De allereerste keer dat ik voor Nederland speelde was ik zenuwachtig. Heel zenuwachtig. De groep doet erg haar best je als nieuweling op te vangen, maar de zenuwen blijven. Gelukkig neemt dat gespannen gevoel tijdens iedere nieuwe interlandweek af. Wennen wil ik het niet noemen, maar ik voel me steeds zekerder. Daardoor heb ik ook het gevoel dat ik beter ga spelen”, verklapt de flankspeelster. “Maar als het volkslied wordt afgespeeld blijf ik kippenvel krijgen.”
Foto: Tina Kolthof